Van maandag 14 t/m donderdag 17 februari 2022 is door een team van EASA een z.g. standardisation inspection uitgevoerd bij de voor Nederlandse luchthavens aangewezen Competent Authority, de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILenT). Het doel van zo’n standardisation visit is om te beoordelen of het toezicht dat de Competent Authority in de betreffende EU lidstaat op luchthavens uitoefent, voldoet aan de eisen die daarvoor in EU wet- en regelgeving worden gesteld. Onderdeel van dit standardisation visit is een bezoek aan een tweetal luchthavens in het betreffende land; hierbij worden de luchthavens als ‘sample’ gebruikt om het toezicht van de Competent Authority te toetsen.
In het kader van dit standardisation visit werd op woensdag 16 februari 2022 een bezoek gebracht aan Amsterdam Airport Schiphol en Groningen Airport Eelde. Hierbij werd in twee teams een dagprogramma doorlopen waarbij tevens inspecteurs van ILenT aanwezig waren.
Naast een airside tour, waarbij de infrastructuur nader werd bekeken door het EASA team, werden gesprekken gevoerd met luchthavenfunctionarissen over o.a. de volgende onderwerpen:
Certification Basis
Informatie opgenomen in het AIP-NL
Aerodrome Manual
Wijze van opvolging van nieuwe en gewijzigde EU wetgeving
Organisatie en het Management System van de luchthaven (Part ADR.OR)
Operationele procedures (Part ADR.OPS)
Op Schiphol was specifieke aandacht voor Wildlife hazard management en werd het EASA team getrakteerd op een demonstratie van Bird Control waarbij uitleg werd gegeven over de verschillende verjaagtechnieken en de waardevolle informatie die de vogelradars leveren.
Op Groningen Airport Eelde was naast de bovenstaande onderwerpen specifiek aandacht voor de nauwe samenwerking en de invulling van interne audits in NVL-verband. Ook is een toelichting gegeven op de duurzame ontwikkelingen in de luchtvaart en op Groningen Airport Eelde. Hierbij werd onder andere gesproken over elektrisch vliegen en waterstof.
Op woensdag 10 en donderdag 11 november is door Bureau Veritas een maatwerktraining verzorgd voor zes deelnemers van de NVL auditpool. De training werd gegeven op Lelystad Airport en was er op gericht om de zes deelnemende auditors van de NVL auditpool op te leiden naar lead auditor.
Gedurende de twee trainingsdagen werd theorie afgewisseld met praktijk en werd ingegaan op de specifieke taken die een lead auditor vervult tijdens de voorbereiding, de uitvoering en de rapportage van interne audits die de gecontroleerde luchthavens onderling houden.
De training werd afgesloten met een examen waarna de deelnemers het felbegeerde lead auditor certificaat in ontvangst mochten nemen.
Met de zes nieuwe lead auditors wordt aan de NVL auditpool een belangrijke nieuwe impuls gegeven waardoor de effectiviteit en flexibiliteit van de NVL auditpool zal worden verbeterd.
In januari 2022 zal daarnaast een tweetal auditors van de NVL auditpool de basistraining auditvaardigheden doorlopen waardoor de NVL auditpool op volle strekte de auditplanning voor het jaar 2022 zal oppakken.
Als auditor van de NVL auditpool voer je samen met collega’s van andere luchthavens audits uit op de gecontroleerde luchthavens in Nederland. Een leuke en vooral leerzame manier om eens ‘in de keuken’ te kijken van een andere luchthaven! Om auditor te worden is ervaring met safety management en compliance een vereiste. Voorts dien je werkzaam te zijn voor een gecontroleerde luchthaven.
Heb je interesse om auditor te worden in de NVL auditpool? Stuur dan een mail aan Edwin Grovenstein (grovenstein_e@schiphol.nl) en/of Niek Biemans (n.biemans@eindhovenairport.nl).
Op de foto staan de trainer Lukas Verhagen (Bureau Veritas) met v.l.n.r. de kersverse lead auditors Andries Poelstra (GAE),
Edwin Grovenstein (AAS), Waldo van den Hof (AAS), Erwin Kruit (GAE), Niek Biemans (EA) en Ernest ter Hart (LA)
Waar moet je rekening mee houden bij elektrisch vliegen? Koninklijke NLR heeft sinds kort een tweepersoons elektrisch aangedreven onderzoeksvliegtuig. Het is nu tijd om vlieguren te maken en meer ervaring op te doen. Het toestel zal een aantal vluchten door Nederland maken met tussenstops op verschillende vliegvelden. Dat levert onder meer op Schiphol een primeur op: het eerste elektrische vliegtuig dat er landt en na opladen weer vertrekt voor een volgende bestemming.
Innovaties zijn essentieel voor een klimaatneutrale luchtvaart. Daarbij gebeuren ook belangrijke ontwikkelingen op het gebied van elektrisch vliegen. Voor NLR een reden om – in samenwerking met PwC en Platform Duurzaam Vliegen – hierover meer kennis en ervaring op te bouwen, en te ondervinden welke uitdagingen er liggen om elektrisch vliegen in de praktijk toe te passen. Dat gaan we nu doen tijdens het project ‘Elektrisch Vliegen Rondje NL’ in de periode van 23 augustus tot 3 september. Met een tweepersoons elektrisch aangedreven vliegtuig, de Pipistrel Velis Electro, voeren we meerdere vluchten uit. Daarbij zal het toestel op verschillende vliegvelden landen en opstijgen in de regio’s Midden-, Zuid-, Noord-, West- en Oost-Nederland.
Lees hier het volledige persbericht.
Op 3 en 10 juni jl. is op Lelystad Airport een tweetal trainingen verzorgd t.b.v. de Nederlandse Vereniging van Luchthavens (NVL). De trainingen werden ‘in house’ gegeven door Edwin Grovenstein (AAS) die samen met Edward de Kruijf (LA) en Erwin Kruit (GAE) in de afgelopen twee jaar inzicht en kennis heeft vergaard over de nieuwe manier van vaststelling en rapportage van de status van het baanoppervlak die per 12 augustus 2021 in werking treedt.
Deze nieuwe werkwijze staat wereldwijd bekend als het Global Reporting Format (GRF) en is door ICAO ontwikkeld aan de hand van ervaringen in de VS met de z.g. ‘TALPA methode’. Deze uniforme methodiek vervangt de diversiteit aan werkwijzen die wereldwijd wordt toegepast om informatie over de runway surface condition vast te stellen en te communiceren aan vliegers in de cockpit. Het doel van het GRF is om door wereldwijde harmonisatie van deze werkwijze het aantal runway excursions te verminderen.
De methodiek die het GRF voorschrijft berust op visual assessment van het baanoppervlak door daartoe opgeleide en getrainde functionarissen. Tijdens een runway assessment worden de bedekkingsgraad (in %), de diepte van de eventueel aanwezige contaminatie (in mm.) en het type contaminatie vastgesteld. Door gebruik te maken van de zg. Runway Condition Assessment Matrix (RCAM) wordt daarna voor iedere derde deel van de baan een Runway Condition Code (RWYCC) bepaald. Deze gegevens vormen tezamen de aeroplane performance calculation section van het SNOWTAM format welke van belang is voor het bepalen van de invloed van de gesteldheid van het baanoppervlak op aeroplane performance.
Aan de beide trainingen werd – met inachtneming van de coronamaatregelen - deelgenomen door een brede afvaardiging van de gecontroleerde luchthavens in Nederland. Tijdens de training werd uitgebreid toelichting gegeven op de theorie en achtergronden van het GRF en werd een aantal casustrainingen doorlopen waardoor enige praktische elementen werden toegevoegd. De training van 10 juni werd bijgewoond door Robbert van den Heuvel, senior beleidsmedewerker luchtvaartveiligheid van DGLM/Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Aan alle deelnemers werd na afloop van de training een certificaat van deelname uitgereikt.
Op 18 april 2016 is het General Aviation Symposium gehouden in het Luchtvaart Themapark Aviodrome. Het symposium stond in het teken van 'Toekomstvaste General Aviation Locaties' en werd georganiseerd door de NVL en de KNVvL.
In vervolg op het NVL Symposium van 2013, waarin de actuele problematiek binnen de GA sector behandeld werd, is het project ‘Toekomstvaste GA Locaties’ door het Rijk gestart in samenwerking met de GA organisaties, de provincies en de betrokken Luchtverkeers-dienstverleners. Doelstelling van dit project is te komen tot toekomstvaste oplossingen voor de GA activiteiten.
Het rapport is het resultaat van een verkenning van de mogelijkheden voor toekomstbestendige locaties. Dit rapport is in februari 2016 aangeboden aan de Staatssecretaris en de Tweede Kamer en tijdens het symposium werd er een inhoudelijke reactie gegeven door het Ministerie van Infrastructuur en Milieu.